De zon schijnt! En god, wat vind ik dat heerlijk. Ik type deze blog vanuit de achtertuin, terwijl er een kan koud water en een flesje zonnebrand naast me staat. De bedoeling is dat eigenlijk aan mijn scriptie werk (want deadline over een maand!!), maar ik merkte vanochtend een tendens op de Twitters op, die ik belangrijker vond om te bespreken. Eentje over de zon. En vooral: what the fuck moet ik aan?
Ik geniet er enorm van om met 30 graden in bikini op een ligbed een boekje te lezen en daarna een plons te maken in een zwembad. Maar dan wel een privézwembad. En dat is een hele goede metafoor voor wat de zomer met mij doet: ik wil er zo graag van genieten, maar ik ben in het openbaar alleen maar druk met me druk maken over wat anderen vinden, wat anderen zien, hoe ik eruitziet, hoe ik eruit zou willen zien.
Hoe dat voelt? Dat betekent dat ik in Australië sommige dagen een lange, fluffy broek aantrok terwijl het er 35 graden of meer was. Of dat prettig is? Nee, natuurlijk niet. Of dat plak? Jantje, dat plakt als de neten. Of ik daar gelukkig van word? Of ik geniet van de zon die door de stof heen mijn benen verwarmd? Nee. Maar het is wel veilig, het is wel goed. Niemand kan oordelen over putjes in je benen, over te dikke bovenbenen of een bips die me niet bevalt.
Ik weet niet precies waarom en wanneer ik dit ben gaan doen, maar ik blijk niet de enige. Ik ben niet de enige die tijdens het shoppen in de spiegel kijkt, dat veel te leuke gele broekje (love me some colour) een keer of dertig afweegt en het dan uiteindelijk terughangt. Ik ben niet de enige die dan toch maar weer een driekwartbroek koopt en zegt: ‘Hm, ik voel me daar niet comfortabel in’. Ik ben niet de enige die stress krijgt als het weerbericht aankondigt dat het bloedje heet gaat worden de dag erna. Ik ben niet de enige die kiest voor opties waar ik zelf ongelukkig van word, maar waar ik me tenminste niet onzeker door hoef te voelen: maxi-jurken (voor de mannen: dat zijn die jurken waarbij het lijkt alsof we erover gaan struikelen), langere broekjes dan shorts, lange, dunne – maar wel lange – broeken, spijkerbroeken, driekwartbroeken. You name it.
Alles om te voorkomen dat onze kont niet te dik lijkt, dat onze kuiten niet te fors lijken, onze knieën niet te knokig, de rolletjes van onze buik niet te veel uitpuilen en de kipfilets van onze armen geen aandacht trekken. Hoe heter het buiten wordt, hoe meer we ons onder kleding gaan verstoppen.
Ik dacht altijd dat dit een issue is van mensen die staan te juichen om het moment dat ze eindelijk een maatje 42 passen (ik! ja!), maar ook dat blijkt niet zo te zijn. Deze onzekerheid heeft niet alleen maar te maken met gewicht, maar met meer. Aangezien ik niet voor een ander kan spreken, kan ik dat alleen toelichten uit mijn eigen ervaring. Ik spiegel me net zo goed als een ander aan het beeld dat ik in de media en op sociale media zie. Toen ik in 4 VWO zat, gaf ik een presentatie over het ideaalbeeld dat gecreëerd werd door de media. Een ideaalbeeld waar we toen al niet aan konden voldoen. Sinds de opkomst van sociale media (Instagram kwam toen net zo’n beetje op gang?) is de druk, het spiegelen alleen maar groter geworden.
En waar ik aan mag spiegelen? Mensen die er heel erg anders uitzien dan ik.
Door die media heb ik het idee dat mensen om mij heen bepaalde dingen over mij, mijn figuur en mijn ietwat dikke knieën gaan denken. Ik heb het idee dat ik niet goed genoeg ben, niet slank genoeg, niet mooi genoeg. Blote benen maken mij kwetsbaar, blote armen maken mij een doelwit. Dat is niet wat ik in de media lees, dat is niet wat er in een magazine staat, maar als het ieder jaar bij het minste of geringste beetje zonlicht weer massaal klinkt: ‘Let’s get summer ready!’ dan creëert dat wel een idee dat je speklaagje van de winter er af moet om je mooi te kunnen voelen in de zomer. Of zijn.
En dat speklaagje gaat er bij mij niet zo makkelijk af, hoe hard ik dat ook probeer, hoe hard ik daar ook mijn best voor doen – dat heb ik maar te accepteren. Maar ook als dat wel makkelijk gaat, niemand heeft te oordelen over wanneer jij wel en niet mooi bent. Niemand heeft iets te zeggen over wanneer jij er wel en niet mag zijn. Niet als je maat 36 hebt en onzeker bent over je benen en niet als je maat 52 hebt en onzeker bent over je benen. Niemand. Nooit.
Dus wat je aan moet? Dat waar je zin in hebt. En vandaag is het fokking warm, dus korte shirtjes en korte broeken zijn vandaag geschikt. Ook naar de winkel. #notetoself.
PS. Weet iemand waar ik leuke korte broekjes kan scoren waar mijn bovenbenen en niet alleen mijn ellebogen in passen?
PPS. Als je lange kleding prettiger vindt om te dragen: good for you. Als je het draagt omdat het bij je professie hoort: good for you. Deze blog was aan iedereen die het wel zou willen doen, maar het uiteindelijk niet durft.
6 Comments
Ik herken dit, helaas. Ik vond mijn benen te wit, te dik, te blubberig om een korte broek aan te kunnen. Laat staan een bikini, want daarin zie je ook mijn buik en borsten en billen en alles. Over korte mouwen/mouwloos heb ik trouwens nooit getwijfeld, gelukkig.
Hoewel ik over een bikini nog steeds wel onzeker ben (m’n buik is mijn grootste onzekerheid), heb ik met korte broeken helemaal geen problemen meer. Thank god, want hoe erg moeten mijn benen gekookt hebben bij 30+ graden in een lange (zwarte) broek.
Ze hebben nog steeds vet en putjes, en ze blubberen als ik loop. Maar weet je wat het is? Het is niet aan anderen om mijn lichaam te beoordelen. Als zij er last van hebben, kijken ze maar een andere kant op. Dat betekent niet dat ik geen korte broek aan mag als het daar weer voor is. Ik kan trouwens geen hotpants aan vanwege schaafplekken tussen mijn bovenbenen, dus zó kort zijn mijn broeken dan ook weer niet…
Daarbij, die dikke benen en billen heb ik in een lange broek ook en ze worden alleen bruin in een korte broek.
Helaas duurt het veel te lang en is het heel moeilijk om je eigen houding hierover te veranderen en je minder aan te trekken van wat anderen vinden. Voor mij waren het het hardlopen en de krachttraining die het veranderden. Want ik ben trots op mijn benen die een halve marathon kunnen lopen en 40+ kg kunnen squatten, zelfs als zijn ze niet bruin en dun.
Ik kan inderdaad op mijn werk niet in al te blote kleding verschijnen – tenzij ik wel jurkjes of rokjes zou dragen, maar daar ben ik het type niet voor.
Maar verder: ik heb geloof ik 1 passende driekwartbroek in mijn kast die ik in mijn vrije tijd draag als het 30+ graden is. Ik zit me inmiddels heel hard af te vragen waarom. Ik loop er ook gewoon langs in de winkel, langs de kortere broeken. Misschien ook omdat mijn benen erg kort zijn (als in: lengtemaat 28) en niet-lange broeken qua model daardoor meestal niet bij me werken, maar ik denk ook wel omdat ik mijn benen liever verberg. En dat terwijl ik laatst nog blogde over dat ik mijn lichaam echt helemaal prima vind nu. Food for thought. (over food gesproken: ik ga even mijn laatste brownie opeten, haha)
Ik begon met lezen, en wist dat ik dit echt een heel goed stuk ging vinden. Een feest der herkenning. Ik heb zelf meer moeite met mijn bovenlichaam dan met mijn benen, dus toen ik vanochtend in een tamelijk strak topje voor m’n spiegel stond, was het even kortsluiting in de bovenkamer. Toen maar lekker een lossig shirtje gepakt met driekwart mouw. Daar voel ik me stukken beter is, en dat is helemaal oké (: Als ik nog leuke korte broekjes voor benen ipv ellebogen (maar echt!!!) tegenkom, zal ik het je laten weten! Liefs!
Herkenbaar. Voor mij behoort het gelukkig voor een groot deel in het verleden, maar het is wel echt een serieuze issue voor me geweest.
Ik hoop dat het voor jou met de tijd ook makkelijker wordt. Want het is inderdaad echt niet fijn om je te verstoppen met warm weer.
Ik had totaal geen stress gisteren. Ik zat lekker in ’t park!
Ik droeg laatst een jurk waar ik me Heel Erg Onzeker in voel. Omdat ik het moet van mezelf. Ik kreeg best wel wat complimenten (“Mooie jurk!” en “Staat je goed!) en tóch denk ik: dat zeggen ze omdat ze zien dat ik me er niet lekker in voel en ze me willen steunen. Hoe dan ook, ik wil dat blijven doen tot ik me er zo lekker in voel dat ik dat ook uitstraal. Want dat gevoel verdienen we allemaal.